We kunnen het niet

De afgelopen paar weken ben ik een paar artikelen tegengekomen, die beginnen met een goede vraag en vervolgens weer terugzwermen naar hoe we dingen nu eenmaal doen, die geen antwoord zijn op de vraag.

De eerste is deze van de Volkskrant. De titel is inmiddels gewijzigd, maar las eerst “Wel of geen dierenleed, moet een kalfje bij de moeder blijven?” Of iets dergelijks; in ieder geval werd gepoogd deze eerlijke vraag te stellen. Dit naar aanleiding van een campagne tegen zuivel van stichting Dier&Recht, die op last van de rechter gestaakt moest worden, omdat “ernstig dierenleed” niet bewezen was. Ik vond het wel interessant dat dit een reden kan zijn om een campagne te moeten staken (er staat wel meer op posters dat niet bewezen is). Natuurlijk hangt het samen met de negatieve effecten van deze ‘desinformatie’ op een bepaalde sector in onze economie. Misschien moeten we dan toch ook nog eens proberen alle reclame-uitingen voor schoonheidsproducten te laten verbieden, die hebben immers ook negatieve effecten op alle meisjes in de tienerleeftijd. Maar dat terzijde.

Een goede vraag over dierenleed dus. Vervolgens krijgt de Volkskrant het voor elkaar om in het artikel vrijwel alleen menselijke redenen aan te dragen waarom het toch beter is de kalfjes bij de koe weg te halen, bijvoorbeeld omdat ze anders niet meer te hanteren zijn (want mensenschuw). Hoe is dat een argument wat gaat over dierenleed? Dit gaat over alleen over mensengemak.

Wat er dan gebeurt is een proces van ‘dedomesticatie’, legt Hopster uit: het kalf vertoont meer natuurlijk gedrag en keert zich af van de mens. Voor een boer die zijn koeien tweemaal daags moet melken is dat zacht gezegd onhandig. ‘Er is een spanning tussen natuurlijk gedrag en het gebruik van de koe als productiedier.’

Armando Kok uit Achterveld (Gelderland) ziet al jaren af van het scheiden van kalf en koe. ‘Dat levert geen problemen op. Ik loop wel regelmatig door de kudde, misschien scheelt dat.’

Het kost hem wel een deel van de melkopbrengst: elke liter die het kalf opdrinkt, kan niet verkocht worden. Dat scheelt hem alles bij elkaar zo’n 20 duizend liter per jaar, schat Kok. ‘Een behoorlijke kostenpost.’ Maar hij heeft het er graag voor over. Zijn kalfjes zijn gezonder. En het spaart werk. ‘Ik hoef mijn kalfjes niet de fles te geven. Daar heb ik een pesthekel aan.’

Werkelijk alle argumenten die hier genoemd zijn, zijn argumenten van de boer, niet van het dier. Waarschijnlijk is daarom ook de titel aangepast. Jammer, want het is juist de dierenleed-discussie die gevoerd moet worden. Daarvoor moeten we dan blijkbaar toch bij de actiegroepen zijn, de Volkskrant waagt zich er niet aan. Zelfs het opschrijven “Er is een spanning tussen natuurlijk gedrag en het gebruik van de koe als productiedier” leidt niet tot de eye-opener die dit artikel een andere wending had kunnen geven.

Eenzelfde irritatie bekroop me in een artikel dat ging over plantaardig eten, omdat dat veel beter is voor eigenlijk alles. Via geen vlees komen we dan toch weer uit bij wél vlees eten, maar dan anders. “Nieuwe eiwitten” uit maden, wormen, insecten zijn natuurlijk dé oplossing! Nee, nee en nee: we hebben het over stoppen met dieren eten, dan moet je daar geen andere dieren in gaan betrekken om te eten, zeker niet omdat de meeste mensen deze dieren op dit moment niet eens willen eten! Laat mensen liever zich over hun irrationele weerzin tegen peulvruchten heenzetten en laat de insecten met rust alsjeblieft.

En gisteren de klap op de vuurpijl: het kabinet heeft een advies over minder vlees eten geschrapt uit een campagne over klimaatbewustzijn omdat het te politiek gevoelig ligt. Minder vlees eten is te gevoelig! Niet geen vlees, of alleen kippenvlees of alleen vlees uit Nederland, nee gewoon het lullige minder vlees eten is te gevoelig. Terwijl, zoals het artikel ook aangeeft, mensen gemiddeld meer vlees eten dan gezond voor ze is (gemiddeld!) en het een van de grote en makkelijke stappen is die mensen kunnen zetten. Maar de politiek durft het niet eens aan dit advies, dat vrijwillig gevolgd dan wel afgeslagen kan worden, op te schrijven!

Dit alles schreeuwt gewoon: we kunnen het niet. We kunnen niet eens praten over dingen die anders zijn dan de status quo, zonder linea recta weer uit te komen bij diezelfde status quo. Als dit het niveau is waarop we opereren, zo ongeveer een generatie nádat duidelijk werd dat klimaatverandering een probleem is, dan is het wat mij betreft een verloren zaak.

Eco-depressie

Ik schrijf al een tijdje niks meer op dit blog. Het was ergens een fijne uitlaatklep, maar aan de andere kant krijg je geen energie van boosheid. De reden om toch weer eens iets erop te zetten was dit artikel van de Volkskrant, waarin het hebben van “klimaatpijn” genoemd wordt. Ik dacht dat ik het zelf bedacht had, maar het ligt ook wel erg voor de hand natuurlijk.

Er zijn (gelukkig) psychologen die de stress en moedeloosheid die sommige mensen door klimaatverandering ervaren serieus nemen en bespreken hoe je, zonder het probleem te ontkennen, toch verder kunt met je leven. Op een manier waar je je goed bij voelt. Ik heb zelf geen gebruik van een klimaatpsycholoog gemaakt, omdat ik in mijn omgeving met genoeg mensen kon praten, maar kan me voorstellen dat het voor mensen die een minder begripvolle kring mensen om zich heen hebben een uitkomst kan zijn. De beschreven gevoelens zijn me in ieder geval niet onbekend.

In alle vormen van media waarin dit soort zaken besproken wordt, wordt vaak ook een ‘deskundige’ aan het woord gelaten die kritiek levert. Wat me opvalt in al die media, is dat de criticaster vaak fundamenteel niet begrijpt waar dit over gaat. Zo ook weer hier:

Collega-hoogleraar psychologie Viktor Lamme (…) signaleert dan ook geen grote behoefte aan klimaatpsychologen in de Nederlandse geestelijke gezondheidszorg. ‘Het is een leuk etiket om jezelf op te plakken, klimaatpsychologen zien wellicht een gat in de markt. Je kunt die behoefte ook creëren; angst is besmettelijk en mensen zijn kuddedieren, dus als je veel hoort over klimaatangst in de media en toch al psychisch kwetsbaar bent, is er best kans dat je het oploopt. Maar ik zie het vooral als een modeverschijnsel. Twintig jaar geleden was iedereen bang voor zure regen, maar niemand belandde bij de psycholoog.’

Ook nu is er weinig vraag naar therapie voor klimaatstress, meldt desgevraagd de woordvoerder van de Nederlandse vereniging van ggz-organisaties. ‘De ggz kent geen specifieke psychische aandoeningen die met klimaat te maken hebben. Er kunnen veel redenen zijn waarom mensen depressief worden of een angststoornis ontwikkelen. Klimaatverandering als aanleiding daarvoor is nieuw voor ons.’ De club van ggz-instellingen voegt daaraan toe te ‘willen waarschuwen’ voor behandelaren die propageren een speciale methode te hebben ontwikkeld. ‘In alle erkende behandelmethoden van angststoornissen of depressies wordt geen onderscheid gemaakt op de factor klimaat.’

Waarna klimaatpsycholoog Sara Helmink meteen aangeeft dat zij ook niet zegt dat ze onderscheid maakt op de behandeling voor ‘klimaat’, maar de toon is alweer gezet. Een ‘gat in de markt’, ‘modeverschijnsel’, ‘waarschuwen voor behandelaren’. Het punt is nu juist dat het geen stoornis is om je druk te maken om klimaatverandering. Het is namelijk een echt probleem. Een heel groot probleem, waar je zelf heel weinig echte invloed op uit kan oefenen, in die zin dat het niet weg gaat als jij alles goed doet maar de rest van de wereld niet.

Het is mijns inziens juist goed dat klimaatpsychologen zich realiseren dat dat het punt van jouw ‘klimaatpijn’ is: een groot probleem, dat je ziet gebeuren, buiten jouw macht. Dat is namelijk iets heel anders dan psychologische behandeling voor iets wat jij veel groter maakt dan het is (de behandeling van smetvrees bijvoorbeeld).

Hetzelfde onbegrip heb ik een keer gezien in Nieuwsuur (2019) dat ging over mensen die geen kinderen willen vanwege klimaatverandering. Een tegenwerping was dat het onlogisch was om de uitstoot die jouw kinderen gaan hebben aan jou zelf toe te rekenen (zonder mensen geen ethiek, dit is een bekend filosofisch dilemma). Ergo: die mensen denken niet rationeel na (maar dat zeggen we natuurlijk niet hardop in de uitzending). Ik hoor vooralsnog ook tot die groep, maar de reden is niet dat ik mijn uitstoot wil verminderen door geen kinderen te hebben; de reden is dat ik geen kinderen in een wereld wil brengen die zo naar de klote gaat. Zowel vanwege de daadwerkelijke gevolgen van klimaatverandering (rampen, vluchtelingen, hongersnood etc.), als vanwege de pijn die ik hier al vaker beschrijf: dat je je ontzettend alleen voelt, omdat bijna niemand dit echt serieus neemt en je jezelf niet de hele tijd wilt verdedigen omdat je afwijkt van “normaal”. Ik zou mijn kinderen opvoeden zoals ik het goed vind, maar dat betekent dat zij zich al vanaf jonge leeftijd moeten gaan verweren waarom ze geen vlees of zuivel eten, waarom ze niet ver op vakantie gaan, niet het nieuwste speelgoed hebben etc. etc. etc. Tot op zekere hoogte hoort dat erbij als kind, maar niet als dat betrekking heeft op letterlijk alles wat je doet en bent. Dat wens ik ze gewoon niet toe.

Terug naar het stuk in de Volkskrant: als ik dit soort stukken gelezen heb denk ik altijd weer dat ik het van te voren had kunnen voorspellen. Als ik het groter trek, is dit misschien wel gewoon dé mediaformule voor het bespreken van een probleem: je laat een deskundige die het probleem goed kent genuanceerd beschrijven wat het probleem is, dan laat je een (pseudo)deskundige die er verder vanaf staat dat probleem afzwakken door het verkeerd te omschrijven waardoor het allemaal niet zo erg is of niet bestaat, en dan eindig je al dan niet nog eens met de deskundige die zijn persoonlijke raad meegeeft. Alleen nog even een clickbait titel verzinnen en het werk is weer gedaan.

Het einde

Het is onrustig in Parijs vanwege een beoogde belastingverhoging op brandstoffen. Of nouja, dat was de aanleiding, inmiddels wordt er geprotesteerd tegen “uiteenlopende zaken”. Volgens de NOS dragen de Nederlandse politici deze gilets jaunes een warm hart toe:

Nederlandse politici zijn vol begrip voor de grieven van de gele hesjes – mits geweldloos – die al weken protesteren tegen uiteenlopende zaken. (…) CDA-leider Sybrand Buma vindt dat de politiek in Nederland op de bres moet staan voor mensen die het eind van de maand moeilijk kunnen halen, zei hij vanochtend in Buitenhof.

Hij refereerde aan kostbare milieumaatregelen waarover de gele hesjes in Frankrijk hebben gezegd: “Jullie denken aan het eind van de wereld, wij kunnen het eind van de maand niet halen”.

Los van de onbedoelde ironie van deze uitspraak – op Twitter zei iemand al dat dit de reden is waarom je een elite nódig hebt – doen dit soort dingen me de moed nog verder in de schoenen zinken. Om verschillende redenen.

Reden 1: de hypocrisie van rechtse politici, die over elkaar heen buitelen om solidariteit te betuigen met de betogers-tegen-alles, maar tegelijkertijd nooit stemmen voor voorstellen die én de onderklasse ontzien én een poging doen iets aan klimaatverandering te doen. Zoals de NOS ook fijntjes opmerkt:

Overigens stemde de CDA-fractie vorige maand tegen een voorstel van GroenLinks om de energiebelasting zodanig aan te passen dat de lagere inkomens gespaard zouden worden, terwijl grootverbruikers – bedrijven – juist extra belast zouden worden.

Het gaat CDA en VVD er niet om dat die mensen echt beter af worden, hetgeen waar ze het over eens zijn is dat ze geen milieu- of klimaatmaatregelen willen. Lekker makkelijk he? Rechts zit al decennialang aan de knoppen en had sinds de jaren ’90 best een omslag naar een groene economie kunnen proberen te maken, zónder dat dit minima treft – maar zelfs ‘Groen Rechts’ heeft het niet gehaald. Ze vonden het makkelijker om gewoon helemaal niks te doen en ondertussen de minima verder uit te knijpen en een schaamcultuur te cultiveren (uitkeringstrekkers frauderen, zijn tuig, minima moeten met harde financiële hand gedwongen worden werk te zoeken, etc. etc.).

Reden 2: hoe laag de lat ligt voor dit soort outrage. Een aantal voorbeelden: het R-woord (rekeningrijden) is in Nederland al jaren onbespreekbaar, het is nog tot 2030 toegestaan om nieuwe benzine-auto’s te produceren (ondanks goede alternatieven), het heeft een eeuwigheid geduurd voordat nieuwbouwwoningen niet meer op gas aangesloten mochten worden (ruim 10 jaar nadat dit al goed mogelijk was), klimaatmaatregelen mogen alleen no regret zijn of moeten zichzelf terugverdienen, o-wee als we de verkoop van nieuwe CV-ketels aan banden willen leggen. Het is allemaal te veel gevraagd en ‘doorgeslagen’. Het meest absurde voorbeeld hiervan was het beklag van voormalig VVD-kamerlid Helma Neppérus in 2015, dat er geen tonic meer te koop was in de kantine van de Tweede Kamer. In haar woorden: “We kunnen ook doorschieten met duurzaamheid”. Really, dat is teveel gevraagd?

Ik ben geen voorstander van financiële prikkels om gedrag te veranderen, omdat dat niet werkt voor goederen die relatief inelastisch zijn (zoals naar je werk moeten rijden). Het enige wat dat tot gevolg heeft is dat mensen met genoeg geld gewoon betalen en nergens over na hoeven te denken, terwijl je de onderklasse, die toch al weinig onderhandelingsmogelijkheden heeft in hun arbeidspositie of überhaupt in hun leven, een belasting oplegt die ze niet kunnen betalen of vermijden. Het vergroot de kloof. Om die reden vind ik dat we vliegen niet duurder moeten maken, maar gewoon moeten verbieden – ja, ik droom nog even verder.

Maar laten we eerlijk zijn: de voorgenoemde ‘doorgeslagen’ duurzaamheidsvoorstellen vallen in het niet bij het geheel aan zaken dat moet veranderen om deze aarde leefbaar te houden. En hoe langer we wachten, hoe groter de klap wordt omdat het sneller moet. Volgens het laatste Emissions Gap Report van de VN hebben we nog ongeveer 12 jaar voor deze radicale omslag. Helaas is het klimaatbeleid al decennialang inzet van een politiek links-rechts spel:

Links: “We moeten iets doen tegen klimaatverandering! Kunnen we bepaalde slechte praktijken niet gewoon verbieden?”

Rechts: “Schande, vrijheid is ons grootste goed! Politiestaat!”

Links: “Oke, kunnen we het dan duurder maken? Dan is het de goedkopere keuze om goed te doen. We moeten toch iets doen tegen klimaatverandering!”

Rechts: “Schande, jullie maken het leven duurder voor de gewone man!”

Links: “Aha, maar dat kunnen we toch repareren door belastinghervorming?”

Rechts: “Schande! Al die hardwerkende mensen met een torenhoog salaris hebben dat gewoon zelf verdiend! Dat is hun waarde in de markt!”

Links: “Ja, maar niemand heeft toch zo veel geld nodig? De sterkste schouders kunnen toch de grootste lasten dragen?”

Rechts: “Schande, nivellering! Diefstal!”

Links: “Maar we moeten toch iets doen tegen klimaatverandering?”

Rechts: “Dat is toch allemaal veel te duur! Het moet eerst goedkoper worden! En Nederland is zo klein, het heeft geen effect! Jullie willen de Nederlandse welvaart opofferen voor een onbereikbaar doel! Schande!”

Links: “Dan moeten we het toch op Europees niveau regelen?”

Rechts: “Onze Nederlandse soevereiniteit opgeven aan een ondemocratisch orgaan, dat nooit! Wij houden van Nederland. Schande! Schande!”

Enzovoort. Rechts op het onderwerp klimaatverandering is als een peuter in de “Nee”-fase. Ze willen het gewoon niet. En dat is een heel makkelijke positie, want de meeste mensen hebben een aversie tegen verandering. De VVD is niet voor niets de grootste partij: zij hebben het meest geprofiteerd van dit spel. Het werkt al jarenlang fan-tas-tisch, die houding.

Politiek gezien dan. Want als we op deze weg doorgaan, en zelfs kleine maatregelen te veel gevraagd zijn (of maken!), valt over een jaar of twaalf het eind van de maand gewoon samen met het einde van de wereld, in ieder geval van de wereld zoals wij die kennen. Een wereld in relatieve welvaart, met een relatief stabiele wereldorde, waar het relatief goed mogelijk is om gewassen te verbouwen, en relatief goed mogelijk is om met 7 miljard mensen vreedzaam samen te wonen. Ik begin alvast met het schrijven van de epitaaf.

Elke dag weer

Het was vandaag de dag van de duurzaamheid.

Deze poster hangt al weken in alle vestigingen van het bedrijf waar ik werk. Ugh, alles hieraan zet mijn nekharen recht overeind. De dik opgemaakte vrouw die in extase is van al dat moois, alsof ze zich in de jaren ’60 bevindt en voor het eerst een stofzuiger ziet. Het idee dat duurzaamheid een verrassing is (huh?). En dan die confetti, alsof het allemaal een feestje is! Echt duurzaam.

Ik laat me helaas elke dag weer fossiel verrassen. Door de schier oneindige hoeveelheid CO2-fabriekjes op de weg. Het aantal vliegtuigen dat je ’s ochtend in een natuurgebied hoort. De plastic troep die je overal ongevraagd gratis bij krijgt (bedankt!). De korte afstanden waarvoor mensen de auto niet laten staan. De hoeveelheid plastic wegwerpproducten voor eenmalig gebruik, die je op elke vierkante meter in de openbare ruimte terugvindt. De gedachte aan het immense aantal fabrieken dat hiervoor in China staat te ronken. De vrachtwagens die het allemaal fossiel moeten vervoeren. Het gemak waarmee mensen energie en materialen verspillen.

Elke dag weer.

Laat maar vallen

Deze week is bekend geworden dat het Klimaatakkoord er dit jaar nog niet komt.

“In juli hebben de deelnemers aan vijf ‘klimaattafels’ met de thema’s elektriciteit, mobiliteit, industrie, landbouw en bebouwing hun plannen aan het kabinet gepresenteerd. Het was de bedoeling dat de beide planbureaus ze zouden doorrekenen om te bepalen wat de kosten zouden zijn en wat die investeringen concreet voor de klimaatdoelen zouden opleveren.

Maar dinsdag werd duidelijk dat de klimaatplannen te vaag zijn voor doorrekening. PBL en CPB komen daarom morgen met een ‘analyse’, in plaats van de eerder aangekondigde doorrekening. Een definitief klimaatakkoord zit er dus dit jaar niet in, en de verwachting is dat het volgend jaar tot aan de zomer kan duren.”

Het argument van VVD en CDA is dat de plannen te vaag zijn om beleid op te maken, maar op de achtergrond speelt er volgens mij overduidelijk iets anders. In de coalitie wordt de tweesplitsing waarin de maatschappij zich bevind pijnlijk duidelijk. Rutte vindt alles te duur, Buma ontkent klimaatverandering, Pechtold en Seegers hadden de hoop dat we nou eindelijk eens wat gingen doen voor het klimaat (maar zijn het er niet over eens wat dan). Maar ook deze keer zijn de knieën te zwak.

“Milieuorganisaties als Greenpeace, Natuur & Milieu en Milieudefensie zijn laaiend dat de industrie voorlopig geen CO2-belasting krijgt opgelegd. Het kabinet wil dat pas doen als bedrijven de komende jaren geen voortgang boeken met het verminderen van de CO2-uitstoot.”

Déjà vue. Dit plan zou net zo goed ge-copy-paste kunnen zijn uit het jaar 1994, 1998, 2002, 2006… Iedere keer geven we de industrie nog één kans, maar politici kunnen niet zo goed tellen. Het lijkt me toch duidelijk dat we een keer op dat dreigement in moeten gaan. De schaamteloosheid waarmee deze zoveelste laatste kans gegeven wordt, toont voor mij aan dat de nay-sayers in de discussie over klimaatverandering nog steeds de overhand hebben; in het politieke spectrum bevinden deze zich met name op rechts, rechtser, rechtst – CDA, VVD, PVV. Dat het beleid nog steeds nergens heengaat is niet zo vreemd, want deze partijen samen bezetten ongeveer de helft van de zetels in de Tweede Kamer (72); grofweg vertegenwoordigen zij de helft van Nederland.

Voor D66 en de CU was voortvarend klimaatbeleid één van de grote redenen om mee te regeren; dit lijkt nu opnieuw in het water te vallen. Het beste zou natuurlijk zijn als er wél ambitieus klimaatbeleid komt, en misschien geven CU en D66 nog wat tijd voor een daadkrachtige vertaling van het Klimaatakkoord naar beleid. Maar als dat niet het geval is, zou ik zeggen: laat maar vallen, dat kabinet. Als we dan geen klimaatbeleid kunnen krijgen, dan tenminste het signaal dat klimaatverandering geen onderwerp is wat onder het tapijt geveegd kan worden. Voor mensen die dit serieus nemen, is nietsdoen geen optie. En voor politici die dit serieus nemen, is dit geen onderwerp waarop concessies gedaan worden.

Knock-out

Het is 2018. En in Duitsland wordt een bos van meer dan 200 jaar oud ontruimd omdat er een open bruinkoolmijn “moet komen”. RWE is de protesten beu, uit met dat slaapfeestje.

The coal commission is determining how Germany should reduce its reliance on the traditional energy source in favor of renewable energy. By the end of this year [it] will set a target date for Germany’s coal exit. The activists want RWE to wait to clear the forest until the plan is revealed. “The future is not coal, it is trees,” Katrin Göring-Eckardt, a Green party leader, said in a general debate of the German parliament Wednesday.

RWE says clearing the forest is needed for it to meet coal energy needs in the next two years; it has nothing to do with the long-term goal of Germany’s coal exit. […] But if Germany does phase out coal production in the next few decades, is it worth felling 50- and 150- and 250-year-old trees now?

Only 200 hectares remain of the ancient forest that was once more than 4,000.

Radeloos, boos, moedeloos, intens verdrietig, machteloos. Wat doen we toch? Wie denken we wel niet dat we zijn?

Het is 2018, en we gaan het laatste deel van een oeroud bos kappen omdat we $#%@ bruinkool willen mijnen, de goorste brandstof die er is. Hoe kijken we hier straks op terug; dat de politie in opdracht van de autoriteiten wéér activisten oppakt, zodat een privaat bedrijf de natuurlijke wereld nog eens wat verder kapot kan maken? Het ergste leed is natuurlijk al lang geleden geschied, maar dat de mensheid anno 2018 nog niks geleerd heeft is een trap na.

Van Wikipedia leer ik dat het bos ooit 12.000 jaar oud was; de oudste bomen die nu nog over zijn, zijn 350 jaar oud. Na de voorgenomen vernietigingsslag van RWE is er nog maar 100 hectare over.

R.I.P. Hambacher Forst.

Veiligheid voor alles

Het Centraal Planbureau (CPB) pleit ervoor om de aanschafbelasting voor personenauto’s en motorvoertuigen (bpm) op te hangen aan de veiligheid van een auto, in plaats van de uitstoot. Als de reden die ze opgeven níet bedoeld is om een politieke knuppel in het hoenderhok te gooien, dan hebben ze echt boter op hun hoofd.

Nu is de hoogte van aanschafbelasting afhankelijk van de CO2-uitstoot van een auto, maar de veiligheid heeft een veel grotere invloed op de maatschappij, zeggen de onderzoekers van het CPB. “De baten van veiligere auto’s komen grotendeels ten goede van de maatschappij, terwijl de kosten volledig worden gedragen door de consument.”

Deel 1: Veiligheid heeft een veel grotere impact op de maatschappij dan CO2. Ik spreek jullie over 25 jaar nog eens.

Deel 2: De baten van veiligere auto’s komen grotendeels ten goede van de maatschappij, in plaats van de consument die de kosten draagt. Dit is niet eens waar!  Mensen die in “veilige” auto’s rijden betalen lagere verzekeringskosten (als ze daadwerkelijk veiliger rijden) en zijn in SUV’s vooral zélf beter beschermd. Een voetganger legt het echt af hoor, tegen een auto waarbij de neus pas ophoudt op 1 meter 40 hoog. Kun je wel een buiten-airbag plaatsen voor de sier, maar beter is als je gewoon een kleinere auto rijdt waarin je de mensen die naast je auto lopen gewoon zélf kunt zien, door je raampje. Ohja, en niet appen helpt ook.

Het commons-argument is juist vooral van toepassing voor mensen die auto’s kopen die in gebruik geen CO2-uitstoot hebben, wat het CPB zo’n onzin zegt te vinden. Met de verminderde kosten in gebruik verdien je de >10.000 euro die de batterij kost echt niet zo makkelijk terug, en dat weet het CPB vast zelf ook wel. Het is gewoon weer de bedoeling om wat controverse op te stoken en daarmee in de media te komen, om hun agendapunt geagendeerd te krijgen: subsidie voor de auto-industrie graag. Wie zou hier nu voor gelobby’t hebben, ik vraag het me af… (not).

Dit is maar één voorbeeld van de schreeuw-cultuur waarin we nu leven. Ik zou het zo fijn vinden als alle partijen dit gewoon niet meer zouden doen: niet dingen zeggen waarvan je weet dat ze onwaar zijn, of kort door de bocht, gewoon om gehoord te worden. Het verslechtert het politieke klimaat. Het zwakt de genuanceerde, juiste argumenten onterecht af. Het maakt dat mensen denken dat “iedereen wat anders zegt”, en dat het “dus niet uitmaakt wat ik doe”. Het leidt tot splijting tussen groepen. Het erodeert het vertrouwen en de sociale cohesie. Het is een race-to-the-bottom waarin je straks moet roepen dat de marsmannetjes jou hebben verteld dat je gelijk hebt, om nog gehoord te worden.

Alsjeblieft, marketingpersoneel. Doe het gewoon niet meer. Heb wat fatsoen.

Ik droom nog even verder.

 

Waanzin

Er is een advies uitgelekt uit het aanstaande klimaatakkoord; de belasting op gas moet omhoog om de overstap naar iets anders betaalbaarder te maken. Hier was uiteraard direct kritiek op. Uit een van de artikelen van de NOS:

Vanochtend lekte het advies van Samsom uit: de energiebelasting op gas moet de komende twaalf jaar met circa 75 procent stijgen om particulieren, bedrijven en woningcorporaties zover te krijgen dat ze van het aardgas gaan.

Dat nieuws leidde meteen tot kritiek, bijvoorbeeld van SP-Kamerlid Sandra Beckerman, die de voorgestelde belastingverhoging “waanzin” noemde “zolang er geen betaalbaar alternatief is voor alle huishoudens”.

Ik sta sympathiek tegenover het idee dat de energietransitie de zwakkeren in de samenleving niet onevenredig moet raken. Natuurlijk niet; de mensen in hun dikke BMW mogen eerst en méér gaan inleveren. Maar ik word er zo moe van dat de oplossing voor het grootste probleem wat de wereld bedreigt, klimaatverandering, pas acceptabel is als het goedkoper is dan die vervuilende troep die we nu verstoken.

Hoezo is het waanzin om iets meer te betalen om ons leefklimaat te kunnen behouden? Waarom is dat te veel gevraagd? Overgaan op iets duurzaams bespaart ons al de ellende van natte, hete zomers, stormen, slechte oogsten, klimaatvluchtelingen. Of zoals een bekende klimaatwetenschapper ooit zei: het bewaart onze beschaving. Waarom moet het dan ook nog extra geld opleveren? Vinden mensen hun wereld dan echt zó weinig waard?

Nee, natuurlijk niet, als mensen er écht over na zouden denken. Maar dat is het dus: mensen kunnen of willen dat niet; ze hopen dat het wel mee zal vallen, en besparen zichzelf de moeite. Gek word ik ervan. Samson voelt in ieder geval de stemming feilloos aan:

“In het ideale geval moeten we ervoor kunnen zorgen dat de maandlasten van de lening die je nodig hebt om te verbouwen lager zijn dan de winst die je boekt met de verbouwing op je energierekening. Als dat lukt en we daarvoor de financiers vinden, kan deze operatie slagen. Anders wordt het heel moeilijk”, zegt Samsom.

News flash: het gaat heel moeilijk worden.

Onoplosbare stress

Ik voel me al een tijd gestresst. Ik weet dat dit onder andere komt doordat ik machteloos zit te kijken hoe we in de wereld te weinig doen tegen klimaatverandering. Door deze stress heb ik lichamelijke klachten (spanning) en voel ik me neerslachtig. Het is moeilijk om ‘iets leuks’ te gaan doen als je het idee hebt dat iedereen om je heen lachend de wereld kapot maakt. Wat is er dan nog leuk? En in deze wereld is het ook nog eens zo dat je nauwelijks iets leuks kan doen zonder dat daar een negatief effect tegenover staat, namelijk energieverbruik, materiaalverbruik, en de ultieme showstopper: tijd die je had kunnen besteden aan het beter maken van de wereld.

Een paar jaar terug kreeg ik een soort controledwang over mijn eigen gedrag: als niemand iets doet, dan moet ik álles goed doen voor het klimaat. Het was in een tijd dat ik net verhuisd was en er beslissingen genomen moesten worden over vloeren, behang, verf, enzovoort. Elk van die beslissingen moest zo min mogelijk impact hebben op de wereld om mij heen. En ik kon niet verkeerd zagen en iets weg moeten gooien, het moest in één keer goed. Destijds at ik nog af en toe vlees (meestal biologische kip), maar dat was natuurlijk heel ‘kostbaar’ wat betreft klimaatimpact. Als ik vlees over datum had laten gaan dan kon dat echt als een trap in mijn gezicht zijn. Dat perfectionisme was mijn manier om om te gaan met het feit dat er om me heen veel te weinig gebeurde om iets te doen tegen dat probleem.

Inmiddels heb ik die controledwang niet meer. Ik weet dat ik écht alles doe wat ik kan en dat de wereld een stuk beter zou zijn als iedereen zo zou leven als ik. Ik heb geen schuldgevoel meer. Ik heb ook het idee laten varen dat ik “de wereld beter kan maken”. Mensen vinden het klimaat al 40 jaar niet zo belangrijk, dus dat gaat ook niet opeens magisch gebeuren.

Het probleem is alleen dat mijn negatieve gevoel hierdoor niet verminderd is, integendeel. Ik ben nog steeds machteloos, zo niet meer dan voorheen. De wereld gaat nog steeds kapot. Ik wil dit niet zien, ik wil hier geen deel van uitmaken. Ik ontwikkel een walging voor mensen, met name hogeropgeleiden, die voldoende capaciteit hebben om het probleem te erkennen én voldoende geld hebben om andere keuzes te maken, en die dat geld besteden aan een vakantie naar Bali. Ieder jaar. Willful ignorance.

Ik heb onder andere RSI-klachten en heb in dat kader al een paar langdurige trajecten met een psycholoog bewandeld. Ik begin het gevoel te krijgen dat de psychologie niet echt voorbereid is op dit soort problemen. In mijn behandeling ging het heel erg over je eigen perfectionisme, dat jij moet voldoen, en waarom dan. En dat klopt: ik ben perfectionistisch. Alleen: dat is niet de reden waarom ik vind dat we meer moeten doen aan klimaatverandering. Dat vind ik omdat het de waarheid is: als we niet meer doen, dan wordt het klimaat op aarde onleefbaar. Dat is moreel zó verwerpelijk, dat kan ik niet laten gebeuren.

Bij behandeling van psychologische problemen gaat het vaak erover wat jijzelf kunt doen, juist als het gaat om dingen van buitenaf. Je moet er anders naar gaan kijken, zodat je er beter mee om kunt gaan. Als je ruzie hebt met je moeder, moet je je afvragen wat je van haar verwacht en waarom. En als je al 30 jaar weet dat je moeder niet zo is, dan moet je dat accepteren, om jezelf rust te geven. Zodra je niet meer die te hoge verwachtingen van haar hebt, kun je beter met haar omgaan. Zo ook bij een verbroken relatie (zie het als een nieuwe kans) of als je je gevangen voelt in je baan. Heb je echt geen andere opties? Wat zou er mis kunnen gaan als je actie onderneemt? Waarom ben je daar bang voor?

Die dingen helpen me echter niet. Ik verwacht niet meer van mensen dat ze het met me eens zijn, of dat ze misschien niet gaan vliegen omdat ik ze verteld heb hoe slecht dat is. Maar dat lost het probleem niet op. Ik heb nog weinig handvatten kunnen vinden tegen neerslachtigheid door een grote feitelijke waarheid zoals klimaatverandering. Dat heeft gewoon weinig met perceptie te maken. Het gaat me er niet om dat ik per se een bijdrage moet leveren aan de oplossing, of dat mensen het met mij eens moeten zijn omdat ik anders alleen ben. Het gaat me erom dat we dit moeten oplossen, omdat dieren en mensen in derdewereldlanden hier ontzettend onder zullen gaan lijden. Het gaat niet om mijn ego, dat zal me worst wezen.

De andere weg die je kunt bewandelen is relatieveren van het probleem. Mijn beide ouders doen dat, mijn vader iets vriendelijker dan mijn moeder. Mijn vader houdt vertrouwen in de veerkrachtigheid van de natuur. Hij ziet het net als ik verkeerd gaan, maar zijn eerbied voor de natuur brengt hem tot dit optimistische beeld. Op zich mooi, ware het niet dat biologen al jaren waarschuwen dat de veerkrachtigheid van de natuur hier niet tegen op kan boksen. Mijn moeder gooit het over een andere boeg, die ik erg vervelend vind. Zij zegt: “En wie ben jij dat je denkt zó zeker te weten dat er geen oplossing meer is?”. Ze beticht me eigenlijk van arrogantie, ook al weet ik dat het goed bedoeld is. Zij denkt dat de werkelijkheid anders is dan ik denk, volgens mij puur alleen omdat het zo pessimistisch is. Maar pessimistisch is niet per definitie onrealistisch.

Van de moderne psychologie komt geen antwoord, omdat ze wat mij betreft te veel op het ego gericht is. Beide manieren om er mee om te gaan, nl. er anders naar kijken of twijfelen aan je eigen voorstelling van zaken, manipuleren jouw blik op de de werkelijkheid, en dat is prima als het gaat om vormbare zaken zoals je gevoelens, maar niet als het gaat om een feitelijke staat van de wereld. Als het flatgebouw waarin je woont in de fik staat, en jij staat in je eentje te blussen terwijl de anderen gewoon naar hun werk gaan, dan helpt het toch ook niet om te relativeren of het flatgebouw in brand staat?

Laten we er nou eens van uitgaan dat het ongeveer klopt wat de wetenschap zegt. Wat kan ik dan nog doen om me beter te voelen? Hoe maak ik er het beste van, terwijl ik als individu geen macht kan uitoefenen op het probleem? Terwijl ik zie dat we nog geen moment in de juiste richting gaan, en we nog maar ongeveer 10 jaar hebben om een grote omslag te maken?

Ik denk dat de enige oplossing voor mijn eigen welbevinden is om volledig op te geven, en in plaats van te vechten zoveel mogelijk te genieten van de natuurlijke wereld om me heen. Mijn eigen gedrag net als nu gericht op zo min mogelijk impact, maar stoppen met mijn baan in deze sector. Ik wil niet trekken aan een dood paard. Ik wil léven, maar wel op een manier die ik me moreel kan verantwoorden. Klein wonen, weinig werken, veel wandelen en fietsen, waarschijnlijk geen kinderen.

Een ander deel van mij is daar nog niet klaar voor. Ik wil nog niet accepteren dat de mens zó overmoedig, zó dom is geweest. We zouden het tij nog kunnen keren, als we willen! Als ik maar hard genoeg hieraan werk! Maar ik weet dat het een kwestie van tijd is: eigenlijk was mijn generatie al te laat om nog iets te kunnen doen. Toen de top in Kopenhagen mislukte was ik net 2 jaar aan het studeren. Het oplossen van het klimaatverandering was helemaal niet de uitdaging van mijn generatie: het was die van de vorige. De uitdaging van mijn generatie is hoe we moeten omgaan met deze dystopische toekomst.

Wat moet ik doen? Ik heb het antwoord nog niet.

De bedoeling

Ik ben ervan overtuigd dat we alles moeten doen wat in onze mogelijkheden ligt, om nog een kans te hebben om ernstige klimaatverandering te voorkomen. Dit sluit meestal niet goed aan bij hoe andere mensen het probleem zien: ze weten dat je geen vlees kunt eten, niet kunt vliegen, met het OV kan gaan, enzovoort… ze denken alleen dat je hiervan maar één ding hoeft te kiezen om goed bezig te zijn.  Mensen houden van die uitruil: dan kun je namelijk toch gaan vliegen als je daarna een maand vegetarisch eet, en daarmee heb je dus geen absolute onmogelijkheden; in theorie kun je alles compenseren. Als ik daar tegenin breng dat je het allemaal zou moeten doen (‘en-en’), in plaats van ‘of-of’, krijg ik vaak deze tegenwerping: “Ja, maar dat zou betekenen dat ik…

  • Nooit meer met het vliegtuig kan
  • Niet mag barbecuen in de zomer
  • Altijd een veel te dikke trui aan moet in de winter
  • Door weer en wind moet fietsen
  • Veel geld kwijt ben aan de basisbehoeften
  • In oude kleren rond moet lopen

…en dat kan toch niet de bedoeling zijn.”

Ik vind dit een heel boeiende reactie, als ik er niet zo door geërgerd zou raken. Het is een manier om te zeggen dat ze denken dat het leven dan niet meer de moeite waard is, ofzo. Maar wat zeg je nou eigenlijk? Dat kan niet de bedoeling zijn van wie? Van wat?

Ik verwacht niet dat mensen er heel erg over nadenken als ze dit zeggen, maar in feite gaan ze ervan uit dat er überhaupt een bedoeling in de wereld is, een heel curieuze positie in een seculiere samenleving als de onze. Het is de achterliggende gedachte dat de wereld eerlijk of logisch is, maar dat is natuurlijk meer wishful thinking dan iets anders. Als je maar gezond leeft, wordt je niet ziek. Als je maar goed je best doet, kun je alles bereiken wat je wilt. Zeg dat maar tegen mensen met kanker, of mensen die ongewild werkeloos zijn. Soms is het leven gewoon hard.

Het is helemaal niet eerlijk dat wij leven in een wereld waarin alle mogelijkheden beschikbaar zijn, maar dat wij deze moreel gezien niet mogen gebruiken omdat het klimaat er dan aan gaat. Het is niet logisch dat we tegen al onze natuurlijke impulsen in moeten gaan. Het is vooral gewoon heel vervelend en zuur dat onze technologische vooruitgang, die ons zoveel heeft gebracht, na al die jaren toch nog in absolute, onvermijdelijke zin blijkt te botsen met onze natuurlijke leefomgeving. Dat kan toch niet de bedoeling zijn! Nee, dat was ook niet de bedoeling, maar toch is het zo.

Om wat minder filosofisch te gaan: ik denk dat mensen eigenlijk bedoelen “dat kan toch niet de bedoeling zijn van overheidsbeleid”. In een samenleving als de onze, waar vrijheid het hoogste goed is, is het ondenkbaar dat we deze vrijheid van overheidswege inperken. Zeer toepasselijk om het over te hebben op Bevrijdingsdag.

We perken deze vrijheden echter wel vaker in. We zijn niet vrij om al onze wensen te volbrengen. We mogen niet harder dan 130 rijden op de snelweg (al is dit helaas sociaal zeer geaccepteerd), we mogen niet iets stelen wat we willen hebben, we mogen iemand niet in elkaar slaan. Bedrijven mogen ons grondwater en de lucht niet vervuilen met stoffen die schadelijk zijn voor onze gezondheid. Binnen die perken hebben wij onze vrijheid, en de meeste van die regels vinden we ook heel normaal (verkeersregels uitgezonderd, helaas…).

Beleid tegen klimaatverandering zou heel snel onderdeel uit moeten maken van die inperking. Het is ontzettend deprimerend dat de politiek de afgelopen dertig jaar zich niet bij machte heeft gevoeld om het te doen, of het gewoon niet heeft willen doen. Het is namelijk prima mogelijk een zinnig leven te leiden zonder al die dingen uit de lijst die niet de bedoeling zijn. Het is alleen niet de verwachting die veel mensen van het leven hebben, en omdat we het er nooit over hebben is het nog steeds niet de verwachting die veel jonge mensen van het leven hebben. Maar het kan toch niet de bedoeling zijn dat wij ons enige leefklimaat onherstelbaar beschadigen, alleen omdat we denken recht te hebben op overbodig comfort en luxe? Helaas denkt de meerderheid daar anders over…