Een van de dingen die ‘normale’ mensen graag doen met elkaar, om bijvoorbeeld een jubileum te vieren, is uit eten gaan. Gezellig de stad in, een sfeervol restaurant, er wordt lekker voor je gekookt, en je neemt meer dan anders de tijd om nog eens goed met elkaar te praten.
Sinds we vegetariër zijn is dit een stuk lastiger. Ik schat dat ongeveer een op de vijf restaurants niet eens een vegetarische optie heeft, de meeste restaurants hebben er één. En als je dan niet van kaas of champions houdt heb je een probleem. De meestvoorkomende vegetarische gerechten: paddestoelenrisotto met Italiaanse kaas (met stip op één), “iets” met geitenkaas (salade, quiche), of iets wat veel te haute cuisine is (groentes waarvan ik de naam niet ken met vijgen/dadels/paprikaschuim/truffel). Realiteit: ik heb eerst anderhalf uur voorbereiding bij het zoeken naar een restaurant waar we allebei iets kunnen bestellen waar we zin in hebben, voordat we ontspannen en spontaan uit eten kunnen. Dat doen we dus bijna nooit. De meest ontspannen optie is om gewoon hier om de hoek naar de frituur te gaan; die hebben een paar vegetarische plates, er zit nog wat groente bij en de ruimte is niet heel ongezellig.
Op de een of andere manier voelen de meeste koks zich te goed om met vleesvervangers te koken, daarom bestaat de vegetarische optie meestal uit iets met kaas en paddestoelen. Een enkele waagt zich aan iets met noten. Ik snap het wel, die vleesvervangers zijn natuurlijk in een fabriek gemaakt en dat is hun eer te na. Maar eigenlijk is dat toch de omgekeerde wereld: de meeste vegetariërs eten dit soort vleesvervangers. Wij voelen ons niet te goed om ervoor te betalen in een restaurant. Dan kan ik tenminste iets eten wat ik wil eten, wat de juiste voedingswaarde heeft en wat ik lekker vind. Maar als jullie dat echt niet willen, koks van Nederland, kun je ook koken met sojabrokken of seitan (tarwestructuur), wat meer een natuurlijk product is. Of natuurlijk cashewnoten, bonen…
Het zijn dit soort dingen waardoor ik me steeds minder deel voel van de maatschappij, zelfs een beetje onwelkom. Op een avond van mijn werk, waarbij de organisatie wist dat er ook minstens 3 vegetariërs aanwezig waren, bestond het avondeten uit broccoli, aardappels, pasta met zalmsnippers en spinazie, kippenpoten en varkensvlees. Word ik dan geacht broccoli en aardappels als een volwaardige maaltijd te zien? En ik weet dat het niet aan de secretaresses ligt die dit hebben geregeld; het is de catering die niet kan of wil voldoen aan de vraag (of misschien dachten ze dat zalm vegetarisch is). Hoewel steeds meer mensen flexitarisch eten, zijn echte vegetariërs blijkbaar nog steeds een uitzondering die je als restaurant of cateringbedrijf zonder effect voor je business kunt negeren.
Je wordt er ongewild een beetje een zuurpruim van. Ik ben helemaal klaar met menukaarten doorpluizen op zoek naar iets dat ik wil eten. En ik kan wel gaan klagen bij de secretaresses, maar zij kunnen er ook weinig aan doen dat de wereld zo in elkaar zit. Dus de beste optie is thuis eten. Zo wordt je wereld wel klein, en weer: ongewild. Ik wil meedoen aan de normale dingen van het leven, ik wil gezellig dingen gaan doen, ik wil niet zeiken. Maar de maatschappij is niet op ons berekend.