Ik ben nu zo’n 15 jaar bezig om met zo min mogelijk impact te leven. Dit is een (waarschijnlijk niet uitputtende) lijst van de dingen die ik doe en laat om die reden. Voor mij zijn deze dingen niet meer dan normaal, in het licht van de gevolgen als we onze CO2-uitstoot niet verminderen. Helaas vinden de meeste mensen deze doodnormale dingen te veel gevraagd.
Uit ervaring kan ik zeggen dat je leven er echt niet minder van wordt als je deze dingen doet. Waar het helaas wel minder van wordt, is dat je vaak erg alleen bent hierin en zelfs moet verantwoorden waarom je niet gewoon normaal doet. Kort antwoord: omdat “normaal” nu eenmaal onacceptabele CO2-uitstoot met zich meebrengt. Dat vind ik dan weer niet normaal.
Voeding
- Ik eet vrijwel volledig veganistisch. In sommige vleesvervangers die ik eet zit bijvoorbeeld nog een klein beetje ei, en als ik bij anderen eet (zeker die ik nog niet heel goed ken), is vegetarisch goed genoeg. Producten waarvoor een dier is doodgemaakt eet ik helemaal niet meer.
- Ik vermijd palmolie. Kilometers en kilometers aan tropisch regenwoud in met name Indonesië worden verbrand (met bijbehorende veenbranden die niet uitgaan) omdat wij graag palmolie gebruiken, omdat het zo goedkoop is. Het zit letterlijk overal in: margarine, koekjes, zeep, Nutella, brood, zoutjes, vleesvervangers. Biologische palmolie krijgt het voordeel van de twijfel als het echt niet anders gaat, maar ook liever niet. Een van de moeilijkste producten was halvarine. Na een periode helemaal geen boter te smeren, hebben we inmiddels halvarine zonder palmolie (Flora).
- Ik koop geen exotische producten die van ver komen of producten die veel water of energie nodig hebben. Avocado’s, quinoa, maar ook rijst, ze zijn niet aan mij besteed. Het liefst koop ik dingen die gewoon uit Europa komen, al moet je ook alert zijn voor producten uit verwarmde kassen. Koop producten in het juiste seizoen.
- Ik koop nauwelijks producten zonder voedingswaarde (ofwel snoep, koek, ijs…). Alle energie en grondstoffen die hierin gaan hadden veel beter gebruikt kunnen worden voor ‘echt’ voedsel. Wil niet zeggen dat ik NOOIT snoep, maar zeker met mate.
- Ik drink geen frisdrank. De enige voorverpakte dranken die het huis inkomen zijn sojamelk en heel af en toe sap, bijvoorbeeld met feestdagen of vakantie. Dit spaart onwijs veel energie en materiaal uit. Wat drink ik dan wel? Met name water, en in de winter thee. Kun je heel goed op leven.
- Ik vermijd producten met verpakkingen. Ik koop de meeste boodschappen bij de biowinkel, daar kun je merken dat de winkel zelf er ook op let. Groente en fruit liggen gewoon los in bakken, die neem ik mee in herbruikbare stoffen zakjes. Ook mijn brood haal ik tegenwoordig daar op met eigen stoffen zakken. De eiwitten (zoals soja, noten, seitan) kun je daar per grote zak of pot kopen om de hoeveelheid verpakking per keer te verkleinen. Omdat ze zo lekker zijn, eet ik ook gewoon de vleesvervangers van de Vegetarische Slager, het eigen merk van de super en Vegafit, hoewel deze in een plastic bakje + papieren wikkel verkocht worden.
Vervoer
- Ik vlieg niet, nooit.
- Ik fiets alle afstanden waarbij dat mogelijk is (tot ongeveer 15 km). Boodschappen, sport, afspraken met vrienden; als het kan wordt er gefietst. De meeste dingen kunnen prima in een fietstas of rugtas.
- Ik neem de trein waarbij dat goed mogelijk is. Als ik een afspraak heb in Amsterdam voor mijn werk, is er no way dat ik met de auto ga. Een auto op welke brandstof dan ook gebruikt meer energie per reizigerskilometer dan het openbaar vervoer, het is dus altijd winst als je met het OV kunt gaan. Als ik de tijd heb neem ik dus nog steeds wel eens het OV, óók als de verbinding niet geweldig is.
- De enige auto in mijn huishouden is een volledig elektrische auto, de Volkswagen e-up!. Ik heb deze aangeschaft voor mijn woonwerkverkeer, 65 km enkele reis. Voorheen deed ik dit met de trein, maar de verbinding was erg slecht en koste me veel tijd (anderhalf uur enkele reis). Verder gebruik ik de auto voor andere plaatsen die slecht bereikbaar zijn met het OV (zoals natuurgebieden) en wanneer ik grote dingen mee moet nemen. Een weekendtas valt hier niet per se onder; het rondje familie met de Kerst doen we eigenlijk altijd met de trein.
Huishouden
- Ik heb geen gasaansluiting. We koken elektrisch en zijn aangesloten op een warmtenet (biomassa). Hoewel niet fossiel, stoot de biomassa van het warmtenet veel CO2 uit, dit is eigenlijk slecht voor het klimaat. Ik had liever een warmtepomp gehad, maar ik kan dit niet aanpassen omdat het een huurwoning is. In een volgend huis…
- De thermostaat staat op 18 graden. De verwarming staat alleen aan ’s avonds als we thuis zijn, en alleen in de huiskamer (of op de werkkamer als ik daar zit). Soms zet ik de verwarming op de badkamer aan voordat ik ga douchen, maar meestal niet. Je bent toch zo weer weg.
- We zijn zuinig met elektriciteit. We hebben enkel ledlampen, hebben geen droger, draaien de wasmachine met volle trommel (ongeveer 2 à 3 wassen per week met twee personen, dat is echt voldoende) en gebruiken zuinige apparaten. Inclusief het elektrisch koken verbruiken we ongeveer 1.500 kWh per jaar. De elektrische auto verbruikt thuis nog eens 2.000 kWh per jaar bij plusminus 25.000 tot 30.000 km per jaar (N.B. ongeveer dezelfde hoeveelheid laad ik aan openbare laadpalen, dus in totaal verbruiken we 4.000 kWh voor deze afstand). Ons totaalverbruik is dus 3.500 kWh per jaar, heel normaal toch? Ik doe er alleen andere dingen mee dan de meeste mensen.
- We hebben een groene tuin. Er is een klein terras en voor de rest vaste planten en gras. Hierdoor kan het water bij een regenbui goed weg, bevorder je de biodiversiteit en al dat groen neemt ook een klein beetje CO2 op bij het groeien.
Kleding
- Ik gebruik kleren totdat ze op zijn. Er zijn kledingstukken die ik nu al tien jaar heb en die nog goed zijn. Ik heb weinig verschillende kleren. Ter illustratie, mijn standaarduitrusting bestaat uit ongeveer 4 broeken, 8 shirts korte mouwen, 6 shirts lange mouwen, 4 truien, 4 nette jasjes voor mijn werk, 4 vesten. En dan heb ik nog een paar exotische dingen, zoals 2 zomerjurkjes, 2 winterjurkjes, twee nette bloesjes, wat zomerkleding voor als het echt warm is.
- Ik draag kleren langer dan gebruikelijk voordat ik ze in de was doe. Broeken minstens een week lang, shirts 2 dagen (ik doe een schone aan na mijn douche), de trui of het vest dat daar overheen gaat kan wel weer 3 à 4 dagen afhankelijk van wat ik doe.
- Als ik kleren koop, doe ik dat verantwoord. Kleding van biologisch katoen of gerecycled materiaal (zoals Tencel), het liefst geproduceerd in (de buurt van) Europa en anders fairtrade. Kost geld ja, maar goed, als je eens per twee jaar weer eens wat moet vervangen dan kun je dat wel lijden.
- Naast bewuste inkoop naai ik zelf kleren. Ik ben niet alleen begaan met het klimaat; ook kinderarbeid en slechte werkomstandigheden wil ik niet aan meewerken. Soms kun je een bepaald kledingstuk niet goed kopen in ‘bewuste’ winkels. Op de een of andere manier hebben de duurzame merken het idee dat ze ‘bijzondere’ kleding moeten verkopen omdat het zo duur is. Basics zijn daardoor soms lastig te vinden. Daarnaast heb ik niet een heel makkelijke maat omdat ik nogal klein ben. Dan maak ik het toch zelf? Ik heb twee favoriete webwinkels voor biologisch katoen.
Persoonlijke verzorging
- ik gebruik geen make-up, haarlak of parfum. Nergens voor nodig, en zo zijn weer grondstoffen, energie en transport bespaard. De enige cosmetica die ik gebruik zijn een dagcreme van Daily Organic (na het douchen) en een Labellostick.
- Ik douche om de dag. Dat is voldoende.
- Ik gebruik vaste zeep, shampoo en conditioner te gebruiken. Door het gebruik van vaste zeep wordt er veel minder water vervoerd, en deze zeep zit in een papieren doosje. Ik heb lang haar wat snel in elkaar klit, en ik vond het lastig een goede vervanging te vinden, tot ik erachter kwam dat normale shampoo/conditioner zo effectief is vanwege bepaalde ingrediënten uit palmolie: toen wist ik dat ik kon stoppen met zoeken naar een één-op-één vervanging. De shampoo en conditioner die ik nu gebruik geven niet het resultaat van een normale shampoo, maar wel zeker goed genoeg. Blijven opletten: het is een beetje obscuur wat goed en fout is in deze productcategorie; er hoeft niet op te staan dat een ingrediënt uit palmolie gemaakt is.
Spullen
- Ik vermijd het kopen van nieuwe spullen of het vervangen van spullen die je al hebt, alleen omdat je “iets nieuws” wilt. Het grootste deel van onze meubels zijn tweedehands en/of samengevoegd van onze studentenkamer. Ons servies is van mijn overleden opa geweest (heel net wit, niks oubolligs aan). Ik heb 8 jaar met mijn laptop gedaan en heb nu een investering gedaan waarmee ik hopelijk weer 8 jaar vooruit kan.
- Ik probeer in het algemeen niet te veel spullen te bezitten. We hebben onze tweedehands tv weggedaan, de dingen die ik wil zien kan ik ook op mijn laptop kijken. Kon meteen ook het tv-meubel de deur uit. Ik lees e-books op mijn Kindle (zeer laag stroomverbruik), dus ik hoef geen fysieke boeken (=dode bomen) meer te kopen om iets te lezen. Heb je ook geen kasten nodig om ze in te zetten.
- Als ik toch iets nodig heb, kijk ik naar recyclebaarheid, duurzaamheid in de zin van dat het lang meegaat, of ik het tweedehands kan kopen, of ik het misschien zelf kan maken. De prijs is nooit een doorslaggevende factor (alleen andersom dan mensen vaak denken: als ik het idee heb dat ik “meer betaal” voor een merk in plaats van degelijkheid, dan komt het er niet in).
Werk
- Ik werk bij een ingenieursbureau voor duurzame energie. In projecten laat ik me leiden door de wetenschappelijke kennis en technische werkelijkheid, en probeer ik een klein beetje van de urgentie die ik voel over te dragen op mijn opdrachtgevers en collega’s. Je moet daar natuurlijk voorzichtig mee zijn, maar ik doe dit vooral vanuit feiten: ja, je kunt een nieuwe gasketel ophangen, maar dat ga ik dan niet ‘duurzaam’ noemen, het is hooguit ‘zuinig’.
- Ik vertel geen sprookjes, ook niet als opdrachtgevers dat willen horen. Mensen hebben de neiging om te wachten met verduurzaming, met name omdat duurzame oplossingen zoals een warmtepomp relatief duur zijn, en men verwacht dat energie niks hoeft te kosten. Mijn houding is: we moeten hoofdzakelijk met de technieken die we nú hebben naar nul CO2-uitstoot. Ten eerste hebben we niet de tijd om te wachten op technieken die nog in ontwikkeling zijn; dan passeren we de 2 graden ruim. Ten tweede zijn de technieken waarop men hoopt vrijwel altijd duurder dan de huidige techniek (bijvoorbeeld door een slechter omzettingsrendement of dure materialen), dus het wachten is vergeefs.
Vakantie en vrije tijd
- Het is het waard om nog eens te noemen: ik vlieg niet, nooit. Een intercontinentale vlucht heeft evenveel uitstoot als je huishoudelijk energieverbruik van een jaar (bovendien wordt dit uitgestoten hoog in de atmosfeer, waardoor het ook nog eens minder goed door natuurlijke processen weer uit de lucht wordt opgenomen). Dat is zoveel uitstoot, dat kun je dus niet compenseren door een maand een keer in de week vegetarisch te eten. Ook is het technisch gezien nauwelijks mogelijk om vliegen te verduurzamen. Beter is dus om het gewoon niet te doen. Het is een van de makkelijkste dingen om te laten, want het is een luxe die we zo kort als 40 jaar geleden ook niet hadden.
- Ik ga niet ver op vakantie. Meestal blijven we in Nederland en gaan we op fietsvakantie. Soms gaan we met de elektrische auto. Er is oneindig veel te beleven in een straal van 300 km van je huis, als je er maar voor openstaat. Op het lijstje verre bestemmingen staan bijvoorbeeld Zuid-Frankrijk (zon-Thalys) en het Zwarte Woud in Duitsland (fiets of auto). Verder weg gaan is echt nergens voor nodig.
- In mijn vrije tijd doe ik vaak dingen die weinig impact hebben: wandelen, fietsen, muziek luisteren, naar het theater gaan. Ik ga bijvoorbeeld niet een rondje toeren met de auto of op een terras zitten met terrasverwarming in de winter (als er niemand gaat zitten, móeten ze dat ding toch eens uitzetten…). De meeste van deze dingen doe ik gewoon omdat ik ze leuk of fijn vind, maar inmiddels is het ook zo dat dingen die wel een impact hebben (zoals bijvoorbeeld karten) me steeds minder trekken, hoewel ik ze wel leuk vind.
- Ik zet me in voor de goede zaak. Ik ben actief voor GroenLinks en ik geef 10% van mijn inkomen aan goede doelen die werken aan het tegengaan van klimaatverandering en/of ontwikkelingshulp (dit heeft namelijk alles met elkaar te maken).